1935 : Radio Caïro en het "kristaal" van SBR
In de twintiger jaren kennen de radiozenders een explosieve en anarchistische groei. De gevolgen blijven niet uit : de zenders beginnen – ongewild – elkaars programma’s te storen. Ook buitenlandse zenders, want radiogolven stoppen niet aan landsgrenzen. Caïro ligt voor Belgische luisteraars zelfs storend dichtbij, zoals zal blijken.
Om een einde te maken aan deze chaos van frequenties en zendvermogens zijn internationale afspraken nodig. Een vereenvoudigde samenvatting :
In 1927 houden de organisaties die verantwoordelijk zijn voor telegrafie in de verschillende landen een conferentie in Washington. Ze richten er de CCIR (Comité consultatif international de radiocommunications) op en maken internationale afspraken. In het radiospectrum worden twee frequentiebanden ter beschikking gesteld van de omroep : de langegolf, gelegen tussen 160 kHz en 224 kHz en de middengolf, tussen 550 kHz en 1500 kHz. Tot dan waren heel wat zenders, onder meer de Nederlandse, actief buiten deze banden.
De Amerikanen zenden enkel uit op de middengolf. In Europa gaan sommige landen ook voor langegolfuitzendingen, zogenaamd omdat die golven geschikter zijn, in werkelijkheid om de Amerikaanse radioconstructeurs buiten de deur te houden.
Daarmee zijn de problemen niet van de baan. Na een minder succesvolle conferentie in Brussel (1928) organiseert de Tsjechische regering in Praag (1929) een Europese Radio-elektrische conferentie waarbij de UIR (Union Internationale de Radiodiffusion) als technisch expert optreedt. Het komt tot Europese frequentieafspraken: elke zender krijgt zijn vaste plek op de afstemschaal. Wegens de geografische nabijheid is ook Noord-Afrika daarbij betrokken.
Die afspraken zijn dringend nodig want het aantal zenders en hun vermogen kent in de dertiger jaren een explosieve groei: Zijn er in 1926 in Europa 123 stations met een totaal vermogen van 116 kW dan worden er dat in 1939 463 met een vermogen van niet minder dan 11.750 kW. (Bron : Suzanne Lommers; On Air : Interwar projects for Radio Broadcasting, Amsterdam University press.)
Om die spectaculaire groei in goede banen te leiden worden er in 1933 op de conferentie van Luzern in Zwitserland bindende afspraken gemaakt. Die regels gaan in op 15 januari 1934. En ze hebben gevolgen voor onze eigen nationale omroep.
Door “Luzern” moet het NIR de zendfrequenties – of beter gezegd de golflengten – van de zenders in Veltem aanpassen : Brussel I (Franstalig) gaat van 508,5 m naar 483,9 m (620 kHz), en Brussel II (Nederlandstalig) van 338,2 m naar 321,9 m (932 kHz).
Maar dan duikt een onverwacht probleem op: op 31 mei 1934 start de Brits-gecontroleerde Egyptian State Broadcasting (ESB) als Radio Caïro met zijn uitzendingen ... op dezelfde frequentie als de Franstalige zender! (Foto : (c) Al Ahram)
Dat veroorzaakt interferentie en dus ook veel klachten van luisteraars. En bovendien was de ontvangst van de 20 kW sterke zender al niet zo best in de ardense valleien (hieronder een plannetje met de veldsterktelijnen van de zender, nog op 508,5 m, dat tegelijk moest aantonen dat er daar toch maar weinig mensen woonden).
Een sterkere zender en een stabiele, exact-juiste zendfrequentie kunnen soelaas brengen. (We mogen aannemen dat de Egyptische zender, gloednieuw en volgens BBC-specificaties, een stabiele frequentie had.)
Een sterkere zender is voor later, een zeer preciese, kristalgestuurde oscillator, het hart van de zender, wordt besteld bij de Brusselse fabrikant SBR. Volgens de planning zou hij in dienst komen in april 1935.
In werkelijkheid werd het 25 september. De gemeten frequentie-afwijking bedraagt 1 Hz, een mooi resultaat.
In een publicatie van SBR uit die tijd lezen we heel wat wetenswaardigheden over deze oscillator. De tekst is letterlijk overgenomen, er zit dan ook al een beetje stof op het taalgebruik. Maar dat heeft ook zijn charme.
DE STABILISATOR VAN VELTHEM
De opstellers van het jongste plan tot verdeeling der golflengten zijn in veel gevallen verplicht geweest eenzelfde frekwentie aan verschillende stations te geven, tengevolge van het overgroot aantal uitzenders welke over den band tusschen 200 en 500 meter te verdeelen waren.
Zoo kregen namelijk Fransch-Brussel en Kairo dezelfde golflengte, zijnde 483.9 m., hetgeen overeenkomt met 620 Kcs.
Ongelukkiglijk werden in België alras uiterst onaangename interferentiën waargenomen, welke voortspruiten uit een zeer klein gebrek aan vastheid der frekwentie van Brussel I.
Indien we aldus bvb de metingen nagaan welke in Juni jl. door het toezichtcentrum der Internationale Vereeniging voor Radio-omroep gedaan werden, zien we dat het station Velthem een gemiddelde afwijking vertoonde van 3 cycles per seconde tegenover zijn theoretische frekwentie, terwijl de sterkste afwijking 98 cycles in de seconde beliep, zijnde ongeveer 150/1.000.000.
Dit zeer licht frekwentieverschil tusschen de uitzendingen van Brussel en die van Kairo was de oorzaak der interferentïen.
Teneinde deze helemaal uit te schakelen, heeft het N. l. R. bij de S. B. R. een stabilisator besteld,welke zooeven af is, en waarvan we hierbij twee afbeeldingen weergeven.
Dit toestel verzekert de standvastigheid van de frekwentie der draaggolf met een zoodanige nauwkeurigheid dat de afwijkingen het 1/1.000.000 zijnde 0.62 cycle in de seconde niet teboven gaan.
Deze waarlijk wonderbare stabiliteit, wordt bekomen door een kwarts die de uitgezonden frekwentie beheerscht.
Zooals men weet bezitten dergelijke kristalen gansch bijzondere, op radio-technisch gebied zeer kostbare eigenschappen. Wanneer men aldus bvb. op bepaalde wijze een dunne schalie klieft uit een dergelijk kristaal, zal deze schalie beginnen te trillen indien men op hare wanden een wisselstroom-potentiaalverschil aanbrengt.
De trillingfrekwentie, welke in omgekeerde verhouding staat tot de dikte der schalie, verandert tusschen uiterst smalle grenzen, hetgeen in onderhavig geval de belangrijke eigenschap daarstelt.
Zoodoende kan de trillingfrekwentie eener lamp met groote nauwkeurigheid vastgesteld worden dank zij een zeer eenvoudige handeling: het is voldoende een stuur te gebruiken met kwartskristal van behoorlijke dikte.
Doch, indien de theoretische oplossing van het vraagstuk zeer eenvoudig is, blijkt de praktische verwezenlijking niet even licht.
Want opdat de aan het kristaal eigene frekwentie niet verandere, moet natuurlijk de toestand van het kwarts eveneens dezelfde blijven. Hiertoe is het noodzakelijk, het kwarts van de uiterlijke invloeden volkomen te vrijwaren - drukking, vochtigheid, warmte - wier minste veranderingen voldoende zijn om den toestand van het kristaal te doen veranderen.
Zoodoende heeft men voor den door de S. B. R. geleverden stabilisator ’n heele hoop voorzorgen genomen - welke we alle niet aangeven ten einde het kristaal te beschermen.
Het ligt in een hermetisch gesloten kasje, dat gedeeltelijk luchtledig gemaakt is. Het bekleedsel van ieder kristaal - er is een reservestuk bij - bevindt zich in een koperen cylinder, welke om zijne beurt samen met een thermostaat ineen koperen koffertje steekt waarin zich verwarmende elementen bevinden. Dit kistje vult één afdeeling eener verdere koperen doos, wier andere afdeeling de trillamp inhoudt. Deze doos, welke eveneens verwarmende elementen bevat samen met een thermostaat, is zelf in een houten, met koper bekleede doos gevat, en thermisch geïsoleerd van de schragers. Het is deze laatste doos welke men op de afbeeldingen ziet. Het radio-electrische gedeelte zal slechts een korte beschrijving vergen, gezien de opstelling er van klassiek is.
De oscilleerende trap welke het kristaal omvat wordt gevolgd door een frekwentie-verdubbelende trap die de eerste versterkingslamp voorafgaat.
Deze beide trappen zijn onder de thermische kamer aangebracht, terwijl de twee in paralleel opgestelde lampen, welke de eindversterkingstrap van den stabilisator uitmaken, aangebracht zijn langs de onderzijde van het geheel dat ong. 2,30 m.hoog is.
In het bovengedeelte zitten de onderscheidene organen noodig tot de thermische controle, de metingen en de voeding. In deze eveneens zijn bijzondere voorzorgen te nemen teneinde de voeding der lampen zoo gelijkwaardig mogelijk te houden.
Men ziet dus dat, indien het princiep van den kwartsstabilisator heel eenvoudig is, bij de praktische. toepassing er van heel wat moeilijkheden opdagen.
Daarom juist is het dat het N. I. R. zich heel natuurlijk tot S. B. R. gewend heeft voor het leveren van dezen stabilisator. Want alleen een groote, zeer goed uitgeruste firma, die over een onderlegd personeel beschikt, was in staat dit kiesch werk behoorlijk ten uitvoer te brengen.
----------------------------------------------------------