Een radioconcert in 1954
Mogen we je zo’n zestig jaar terugvoeren in de tijd ….. we zitten in een huiskamer van rond de jaren vijftig….
Wil je verder lezen met een streepje muziek, klik dan op de onderstaande startknop voor de eerste beweging uit de tweede symfonie van Beethoven, uitgevoerd door het symfonisch orkest van het NIR-INR onder leiding van Franz André. Het concert wordt overgenomen dor de RAI. Let ook op de tweetalige omroepster.
Als alternatief kunnen we het begin van de eerste beweging laten horen van de eerste symfonie van Brahms, door het BBC-orkest onder leiding van Rafael Kubelik. Het geheel wordt aangekondigd in the Queen’s (of was het nog King’s) English.
Beide fragmenten maken deel uit van opnames op papierband die van de radio gemaakt zijn door een Oostendse luisteraar, en die onderdeel zijn van een schenking aan het museum. De kwaliteit is op het eerste gezicht ontgoochelend. De toenmalige AM-uitzendingen beperkten de frequentie tot 5 kHz, en dat hoort men; vooral bij de BBC-uitzending krijgen we te maken met interferentie van andere zenders, fading en alle andere verschijnselen waar vooral de avondlijke AM-luisteraars mee te maken kregen. De toenmalige bandopnemer was natuurlijk ook niet zo perfect : vooral flutter (toonhoogtezwevingen) valt op.
Over welk toestel gaat het? En papierband?
Het is een Brush Soundmirror BK 401. Dit Amerikaans toestel zit in een aantrekkelijke houten koffer en heeft een ingebouwde luidspreker. Het kwam op de markt in 1947 en is wellicht de eerste consumerbandopnemer ter wereld. Hij werkt met papierband (type BK 914) van 6,25 mm (1/4 duim) breed, en neemt op tegen 19 cm/s, uiteraard volspoor mono. Om de kostprijs te drukken gebruikte men 8 mm cinéspoelen, zoals de meeste consumermachines na hen. Op een spoel van 18 cm kan men ongeveer 35 minuten opnemen, dat stemt overeen met zo’n 400 meter band; die is dus verbazend genoeg niet veel dikker dan standaardtape.
Het toestel zelf beschikt over drie motoren en telt tien buizen. Om weer te geven gebruikt men de opnamekop, en hij heeft een wiskop. Om niet per ongeluk een opname te wissen moet men twee knoppen indrukken om op te nemen. Met een “magisch oog” kan men de opnamesterkte in de gaten houden; meeluisteren bij de opname gaat ook. Het toestel is dus wel redelijk doordacht.
Het heeft geen aandrukrol maar de kaapstander is bedekt met een kurklaag en de band loopt er quasi 180° rond. (De fabrikanten schakelden over naar aandrukrollen toen men overging naar gladdere plasticbanden.)
Op de rechtse opwikkelspoel wordt de band met de gevoelige laag naar buiten opgespoeld, foto links. Om terug te spoelen moet men de band van de capstan verwijderen (foto midden), maar dan gaat hij tegen een indrukwekkende 50 x de snelheid, zodat hij op 40 seconden teruggespoeld is.
De opwikkelmotor trekt vooral in het begin krachtig aan de band en daardoor treedt er dan meer flutter op. Afgezien daarvan is de band verbazend stevig, zijn ouderdom in acht genomen.
Men kan rechtstreeks opnemen vanaf een grammofoon of een ontvanger, en er is ook een mooie kristalmicrofoon bijgeleverd voor live-opnames.
Voordat iedereen wild-enthousiast wordt, het is geen mirakelmachine. Het frequentiebereik liep maar tot 5 kHz, wat maar goed is ook want de bias- of voormagnetisatiefrequentie (da’s iets voor de kenners) bedraagt maar 30 kHz. In ieder geval een der eerste toestellen die met deze techniek uitgerust is. Het was duur (in de VS kostte het 250$, omgerekend 12.500 Frank van toen, naar de Belgische prijs hebben we het raden) maar niet superbetrouwbaar; de productie werd gestopt in 1952 en dit betekende meteen het einde van Brush als constructeur van bandopnemers. En volgens de legende zou Willi Studer na een grondige studie van een BK 401 besloten hebben zelf een beter toestel te ontwikkelen. Se non é vero ….