Begrafenis Albert en Astrid
Als Koning Albert in februari 1934 verongelukt tijdens een rotsbeklimming in Marche-les-Dames, wordt er nationale radiogeschiedenis geschreven. Want tussen Alberts dood en de eedaflegging van zijn zoon Leopold vijf dagen later speelt de radio voor het eerst al zijn grote troeven samen uit: snelle berichtgeving, rechtstreekse verslaggeving en dienstverlening. De impact van de nog jonge openbare radio was nooit eerder zo groot.
Het bericht van de tragische dood van Koning Albert was, bij het krieken van de dag op 18 februari 1934, voor al de Belgen een verpletterende tijding.* Zo begint het liefst zeven bladzijden tellende extra hoofdstuk uit het Jaarverslag 1934 van het NIR-INR. Met het plotse overlijden van de vorst start voor de omroep een helse week van vele extra uitzendingen en permanente improvisatie.
Radiofonische hoogtepunten zijn ongetwijfeld de gesproken reportages van de overbrenging van het stoffelijk overschot van Laken naar Brussel, de begrafenisplechtigheid zelf en de eedaflegging en de troonrede van de nieuwe koning Leopold III. Leuk om lezen in het jaarverslag is dat zowel het technisch personeel als de programmamakers uitdrukkelijk geprezen worden voor hun inzet en vakmanschap. Ze hebben zich dan ook uit de naad gewerkt!
Het NIR-INR is in 1934 nog een relatief kleine omroeporganistie. Ze heeft geen ervaring met dramatische gebeurtenissen van nationale omvang. Het is die zondagochtend 18 februari dan ook meteen alle hens aan dek. Het personeel wordt opgevorderd en alle beschikbare materieel wordt in gereedheid gebracht. De muziekuitzending van 9 uur wordt onderbroken. Onduidelijkheid over de feiten of onzekerheid over de juiste aanpak? De directie beslist om te wachten met uitzenden tot er een intensieve inlichtingsdienst in nauwe samenwerking met de regering* opgezet is. En dat gaat snel, om 10 uur starten de extra edities van 'Het Gesproken Dagblad' zowel op de Nederlandstalige als de Franstalige golflengte. Feitelijke informatie wisselt af met korte schetsen over het leven en de verdiensten van de vorst. De muziekdienst programmeert aangepaste (live)muziek. Het Symfonisch Orkest en het Radio-Orkest zijn daarvoor tijdelijk samengebracht in het Conservatorium van Brussel.
De radio wordt vanaf die 18de februari door de overheid ook intensief gebruikt om de bevolking te informeren over speciale maatregelen en om de oud-strijders en de nationale verenigingen aangepaste instructies te geven. Om de talloze telefoons, telegrammen en boodschappen te kunnen verwerken, moet het NIR-INR zelfs een voltijds personeelslid vrijmaken.
Het grote omroepwerk begint op maandagavond 19 februari. Dan wordt het stoffelijk overschot van de koning onder grote belangstelling van het paleis in Laken via het graf van de Onbekende Soldaat in de Koningsstraat naar het paleis in Brussel overgebracht. Met 18 microfoons brengen de reporters rechtstreeks verslag uit, zowel in het Frans als het Nederlands. De luisteraars thuis volgen het hele traject via hun radio en horen zelfs de eresalvo's van de artillerie in het Jubelpark.
De begrafenis van Albert op 22 februari is de meest veeleisende opdracht. Er worden 32 verbindingslijnen aangelegd door de Regie der Telefonie. Met 22 microfoons capteert men zowel het commentaar van de reporters als het achtergrondgeluid (paardengetrappel!) op diverse locaties langs het parcours, de dienst in Sint-Goedele, de salvo's in het Jubelpark, de bijzetting in de crypte van Laken en het gelegenheidsconcert in het Brussels Conservatorium.
De veelbewogen week wordt afgesloten met een speciale uitzending als hulde aan de nagedachtenis van Koning Albert I en de nieuwe vorst Leopold III. Verschillende ministers en de gouverneur-generaal van Congo werken eraan mee. In het jaarverslag staan geen technische bijzonderheden. Het is vermoedelijk een studio-uitzending die ook door de Belgen in de kolonie beluisterd wordt.
De speciale programma's naar aanleiding van het overlijden van Albert I worden niet alleen naar de Belgisch-Congo doorgestuurd. Tal van Europese private en openbare zenders nemen de programma's over. Ook NBC en CBS zenden de begrafenisplechtigheid in de VS live uit. Albert geniet door zijn rol in de Grote Oorlog internationaal immers nog altijd veel aanzien. Alles samen bereiken die radio-omroepen 100 miljoen luisteraars, zo vermeldt het NIR fier.
Anderhalf jaar later, op donderdag 29 augustus 1935 komt Koningin Astrid om in een auto-ongeval in het Zwitserse Küssnacht. Vanaf 's middags tot de dag van de begrafenis op woensdag 4 september worden de gewone uitzendingen onderbroken en vervangen door een aangepaste programmering.
Ook de rechtstreekse verslaggeving van Astrids begrafenis laat bij vele luisteraars een diepe indruk na. Beluister hieronder een selectie uit het begin van de reportage (om 7 uur 's ochtends!).
Toch wordt er in het Jaarverslag 1935 slechts een hoofdstukje van amper anderhalve pagina aan de plechtigheden gewijd. De technische bijzonderheden worden uiterst bondig opgelijst: 42 ingenieurs en technici klaren de opdracht met 35 micro's, 1500 m kabel, 30 telefoonlijnen en 23 versterkers. Wat in 1934 het summum van vernuft en improvisatie was, is in 1935 blijkbaar een koud kunstje geworden.
Bron : jaarverslag NIR-INR 1934
Met dank aan het VRT-geluidsarchief voor de geluidsfragmenten
NB De foto van Gust De Muynck aan de kerk van Laken heeft betrekking op de begrafenis van Astrid
Kijk ook op de VRT-tijdslijn : 1914 tot 1945 | VRT.be
__________________________________________________