Panoramische koppen deel 1
In de stille film The Cameraman schopt de arme straatfotograaf Buster Keaton het tot filmcameraman. In een sleutelscène zien we hoe hij een gevecht tussen twee Chinese bendes in beeld tracht te brengen. Geniet van het fragment en lees verder binnen vijf minuten.
Het camerastatief van Keaton doet niet veel meer dan de camera min of meer horizontaal en op ooghoogte houden, hoewel dit laatste zienderogen moeilijker wordt. Veel “pannen” – de camera van links naar rechts bewegen om een verticale as, de term is afgeleid van panorama - of “tilten” – op en neer bewegen om een horizontale as – is er niet bij. Daarvoor dient de panoramische kop, de "pan-and-tilt head".
Als bij zo’n kop alles op mekaar afgestemd en afgeregeld is, dan ligt het zwaartepunt Z van de camera in rust loodrecht boven de horizontale as A. Wanneer we de camera naar beneden of naar boven neigen, dan verplaatst het zwaartepunt zich buiten die loodrechte. We moeten het geheel in bedwang houden met de stang (panbar, stick) waarmee we de camera richten. Zolang de camera niet veel weegt is dat geen probleem. Bij professionele film- of videocamera’s is dat een ander paar mouwen. Het is onmogelijk om tegelijk de camera in bedwang te houden en vloeiende bewegingen te maken. De kleurencamera RCA TK41 van begin jaren 1960 woog meer dan 100 kg, dan wordt het een onmenselijke opdracht om die camera gewoon stabiel te houden. Dat vraagt natuurlijk om oplossingen.
Bekijken we het eerst even “wetenschappelijk” : is de afstand van het zwaartepunt tot de horizontale as gelijk aan h, het gewicht van de camera G, de lengte van de panbar tot de as gelijk aan p en de hoek die de camera maakt met de horizon ?, dan is de kracht die de cameraoperator moet uitoefenen gelijk aan : K=(h.G.sin?)/p. Die kracht zouden we graag tot nul herleiden.
De producenten van camerakoppen hebben hiervoor oplossingen bedacht in drie richtingen.
- Het zwaartepunt met de horizontale as doen samenvallen. In dat geval is h en dus ook de vereiste kracht gelijk aan nul. Wat uiteraard van invloed blijft is het traagheidsmoment van de camera. Er is (in alle oplossingen trouwens) een kracht nodig om de camera te versnellen en te vertragen.
- Het zwaartepunt in hetzelfde horizontale vlak houden. In de vorige oplossing is de maximale neigingshoek beperkt, en wordt het geheel redelijk omvangrijk. Dat wordt in deze oplossing, die ook vooral wordt toegepast bij grotere camera’s, verholpen.
- De tegenkracht doen leveren door een veer in plaats van door de cameraman (m/v) Die veer is dan in de panoramische kop ingebouwd. Ze moet dan wel voor alle kantelhoeken en voor een veelheid aan camera’s de juiste tegenspanning kunnen leveren.
Laten we de drie oplossingen even bespreken, te beginnen met de eerste.
Oplossing twee is beschreven in het volgende artikel (klik hier).
Oplossing drie beschrijven we in een derde artikel (klik hier).
Het zwaartepunt valt samen met de horizontale as.
We vinden zulke opstellingen dikwijls terug bij richtbare bewakingscamera’s. Op die manier volstaat een relatief zwakke motor om de camera te draaien en in de goede stand te houden. Ook bij veel
afstandbestuurde (robot-)studiocamera’s en op Techno-kranen e.d. vindt men zulke koppen. Ook in onze collectie hebben we een panoramisch kop van de firma Oskar Heiler (intussen ter ziele gegaan) voor lichte camera’s. Die kop werkt volgens hetzelfde principe : de as staat op het uiteinde van een “paal” en loopt door het zwaartepunt van de camera. Die rust op een L-vormige houder (de types Swan en Cygnet van Vinten bijvb. zijn gelijkaardig).
De neigingshoek is zeer groot, zelfs tot 360 graden als de camera aan de buitenkant van de “paal” gemonteerd wordt. Maar koppen vallen nogal groot uit. Dat was misschien de reden waarom ze nooit populair geworden zijn. In afwachting van een foto van onze Heiler-kop eentje uit de Vinten Cygnetbrochure.
We hebben het tot nog toe over kleine en relatief lichte camera’s gehad. Voor zware studiocamera’s
deed men een beroep op technologie uit de filmwereld. Het gewicht van “geblimpte”, geluidloos gemaakte camera’s voor 35 mm-films met gevulde 300 m-filmmagazijnen was vroeger niet te onderschatten. Om dat op te vangen werd en wordt veel gebruik gemaakt van statieven van het kwadrant- of wiegtype. We
zien hier de betreurde Carrie Fisher bij de opnames van de Star Wars en John Wayne bij een western (foto's RR). De camera loopt op rolletjes langs een cirkelsegment met als middelpunt zijn zwaartepunt. Hij wordt niet gestuurd door een panbar maar met een tandheugel en een handwiel, zichtbaar op de foto. Precisie en herhaalbarheid zijn belangrijk.
Het eerste voorbeeld van een panoramische kop bij TV vinden we, niet verwonderlijk, bij vermoedelijk de eerste volledig elektronische camera ter wereld, die ingezet werd op de Olympische Spelen 1936. (Foto Telefunken.) De zeer lange lens gaf hem de bijnaam 'Olympiakanone'. De cameraman was Walter Bruch, de latere uitvinder van het PAL-systeem voor kleurentelevisie.
Maar hij werd vooral in de jaren 1950 – 1960 in de VS gebruikt. Hieronder vindt u een advertentie uit 1954. Er waren dus al rockers voor Elvis! Met een hendel aan de voorkant kon men de camera verschuiven om het zwaartepunt op de goede plek te houden, ook bij een lenzenwissel. Klik op de afbeelding om de tekst te lezen.
Het Omroepmuseum beschikt ook over een exemplaar, wellicht geleverd met de RCA-camera’s in 1958. De tekeningen uit een octrooi van de maker Houston Fearless geven een goed idee hoe hij er uit ziet. De kop heeft geen handwiel maar wel een stick. Op zicht is het segment met de rolletjes zo’n 90° lang, vandaar de benaming kwadrantkop, en de camera kan schommelen zoals een wieg …… Voor de zware en brede kleurencamera’s van die periode was er een extra breed model (foto RCA 1961).
In Europa hadden we ondertussen kleinere en lichtere zwartwitcamera’s, waardoor deze “camerawiegen” niet populair werden. Ze zijn relatief groot en de maximale verticale neigingshoek is beperkt (wellicht 35 – 40 °). Daarbij komt dat de kromtestraal van de cirkelboog uiteraard vast ligt en daarmee ook het zwaartepunt van de camera. We zullen zien dat bij de twee andere systemen die we hierboven vermeld hebben de ligging van het zwaartepunt en het gewicht van de camera minder een rol spelen.
Voor de volledigheid vermelden we nog een alternatief : men zou diametraal tegenover de camera ten opzichte van de horizontale as een even groot tegengewicht kunnen aanbrengen. Dan ligt het zwaartepunt ook op de as! Dat is minder fictief dan het lijkt : de Steadicam en zijn navolgers werken al meer dan dertig jaar volgens dat principe. Maar dat is het onderwerp van een ander artikel. Hetzelfde geldt voor een beschrijving van de andere oplossingen.
Voor het tweede artikel : klik hier.
Voor het derde artikel : klik hier.
__________________________________