Toen de magnetische video-opname nog niet bestond: de kinescoop!
Televisie maken was erg duur. In de jaren ’50 was de zendtijd dan ook beperkt en werden de meeste programma’s rechtstreeks uitgezonden. Maar die werkwijze was niet bruikbaar voor het ‘Nieuwsbulletin’.
Vanaf 1954 werd er dagelijks internationaal beeldmateriaal doorgestraald via het uitwisselingsprogramma van de EBU (European Broadcasting Union). Dat gebeurde overdag via punt-tot-punt straalverbindingen. De kinescoop registreerde het materiaal op 16mm-film. Zo kon het bewerkt worden voor de uitzending ‘s avonds. Het klinkt eenvoudig maar het was een omslachtige procedure. Om zowel beeld als geluid te kopiëren had men een omvangrijke installatie nodig.
Het NIR/INR kocht een kinescoop van Fernseh GmbH aan ter gelegenheid van de Expo ’58, waar o.a. de openingsceremoniën werden opgenomen. De 16 mm omkeerfilm werd ontwikkeld bij Agfa in Mortsel.
Hoe werkt de kinescoop?
Het videobeeld wordt weergegeven op een klein maar helder schermpje. Een 16mm-filmcamera ‘Arri’ registreert dat beeld. Maar Tv-beeld bestaat uit 2 rasters van elk ongeveer 300 actieve, geïnterlinieerde lijnen met een ritme van 25 beelden per seconde. Het raster met de oneven lijnen belicht de filmpellicule. Tijdens het tweede raster wordt de film doorgetrokken naar het volgende filmbeeldje. Om de lijnenstructuur van het raster te verdoezelen wordt elke lijn ‘gewobbeld’, dat wil zeggen op een hoge frequentie op en neer geschreven.
De kinescoop registreert dus in feite een half Tv-beeld. De lijnen worden extra dik gemaakt, zodat ze niet meer zichtbaar zijn. Opnames met de kinescoop zijn dan ook altijd een beetje onscherp.
De kinescoop is uitgerust met twee 16 mm Arri-filmcamera’s die via een optisch prismablok gelijktijdig belicht worden. Bij het manueel overschakelen van de ene lopende camera naar de andere wordt tevens in één beeldje een rechthoekje belicht, zodat de latere beeldmontage dit referentiepunt makkelijk kan teruggevonden worden.
De volledige installatie ziet er als volgt uit:
De film-opname moet synchroon zijn met het videobeeld. Een kunstmatig driefazig net, (‘SUR’ of ‘SynchroonUmrichter’) aangedreven door de verticale sync van het video, zorgt daarvoor.
En dan is er het geluid! Dat wordt opgenomen op 16 mm magneetband ‘SEPMAG’ (Separated Magnetic) waarvan de perforaties samenvallen met die van de film. Het opnametoestel is een Siemens ‘Magnetocord’. Via het kunstmatig net dat ook de filmcamera aandrijft, draait het apparaat synchroon met het videobeeld.Daarmee is de kous nog niet af…
Wanneer de film ontwikkeld en gefixeerd is, moeten beeld en klank nog een synchroon startpunt krijgen.
Ze werden immers wel synchroon opgenomen, maar met een ‘vliegende start’. Dit gebeurde op een film-montagetafel Steenbeck ST 1600.
Pas na al deze bewerkingen kon het fragment gebruikt worden in een (nieuws-)programma.
Deze kinescoop-uitrusting werd gebruikt tot 1964, toen de eerste magnetische videorecorders – toen nog op 2 “ band – in dienst kwamen.
Naast de EBU-nieuwsuitwisseling werden sporadisch ook andere programma’s met de kinescoop opgenomen. Zie hieronder een Youtubefragment van de rechtstreekse uitzending van het huwelijk van Boudewijn en Fabiola. Dit geeft een idee van de kwaliteit van de kinescoopopname (en van de toenmalige camera's.)
Zo zijn er ook van ‘Schipper naast Mathilde’, die in 185 afleveringen liep van mei 1955 tot juli 1963, dank zij de kinescoop, welgeteld 9 afleveringen op film beschikbaar. Nu nog te koop in handige DVD box!
_________________________________________________________________________