De lipmicrofoon
Voor de tweede wereldoorlog waren de jaarlijkse voetbalderby’s België – Holland enorme publiekstrekkers. En vanaf het begin zorgden de publieke omroepen voor rechtstreekse reportages die gretig beluisterd werden. De luisteraars thuis leefden erg mee met de nationale ploeg en de uitzendingen zorgden mede voor de populariteit van de omroep en zijn sterreporter Gust De Muynck. We zien hem hier de reportage verzorgen vanaf het dak van de tribune van de Hel van Deurne, de toenmalige bijnaam van het Bosuilstadion.
Zijn strategische plaats geeft hem een goed overzicht, en zijn microfoon is ook wat verder verwijderd van het geroep van de supporters. En het staat goed op de foto natuurlijk, aan imagobuilding werd toen ook al gedaan. Maar erg veilig is zo’n uitkijkpost niet, en misschien had de reporter wel hoogtevrees. Er moesten andere manieren zijn om de stem van een verslaggever duidelijk, onvervormd en vrij van omgevingslawaai op te pikken, ook in luidruchtige omgevingen.
Wat is daarvoor nodig? Een microfoon die geluid uit de gewenste richting goed opvangt, maar die minder gevoelig is voor omgevingsgeluid. Een bandmicrofoon beantwoordde in de jaren 1930 aan het plaatje, de microfoon van De Muynck niet. Het is wel vervelend dat de gevoeligheid van de bandmicrofoon voor lage frequenties toeneemt voor nabije geluidsbronnen. Crooners maakten daar wel graag gebruik van : als ze dichter bij de microfoon zongen dan werd hun stem direct warmer.
Wat er ook van zij, de BBC wendde die eigenschap tot een voordeel aan : In 1937 ontwierp de BBC samen met Marconi een micro die tientallen jaren lang bij het NIR/BRT en vele andere omroepen hét onafscheidelijke gereedschap van de sterreporters zou zijn : de L1 lipmicrofoon.
We zien hier de VRT-sterreporter Rik De Saedeleer met een latere uitvoering van zo’n microfoon. (Foto VRT)
Het Omroepmuseum heeft een originele lipmicrofoon in zijn collectie, wellicht van kort na de oorlog. Hij zit in de oorspronkelijke houten koffer waarin de microfoon geleverd werd en waarin hij door de verslaggever van de ene voetbalmatch naar de andere atletiekwedstrijd meegenomen werd. De koffer meet ongeveer 40 x 16 x 28 cm en heeft een lederen draagriem; de originele scharnieren zijn ooit door de omroep vervangen door een stevig pianoscharnier met schroefjes. Op het deksel staat in witte verf “VLAAMSE REPORTERS”.
Als we de koffer openen, blijkt dat de ontwerpers over alle aspecten van koffer én micro goed nagedacht hebben.
Onderaan zit de microfoon stevig vast met dikke witte vilten kussens. Gelijkaardige kussens in het deksel houden alles onbeweeglijk en schokvrij vast. (Klik op de foto voor een volledig beeld.) Links zit het gevoelige element met onderaan een soort beugel. Met die beugel drukt de spreker de microfoon rond de lippen tegen het aangezicht. We zien dat soort beugel op de foto links. Op de rechterfoto staat de latere uitvoering met een beugel die letterlijk tussen neus en lippen gehouden wordt. (Foto’s BBC, de persoon is David Coleman, Engelse sterreporter) Om te spreken moet de microfoon wel op het aangezicht rusten!
Terug naar de koffer. Rechts het stevig handvat, dat origineel met rubber overtrokken was en één geheel vormt met de microfoon. De microfoonkabel is ettelijke meters lang en eindigt aan een doos, waarin een filter de lage frequenties verzwakt. Die filter heeft drie standen, te kiezen al naar gelang van de stem van de reporter en de kwaliteit van de telefoonlijn. Die lijn (of bij voorkeur een versterker) wordt aan de rechterklemmen aangesloten. Het doosje kan moeilijk altijd open blijven. Om de draad niet te knellen zijn er links en rechts in de hoeken van deksel en doos twee kanaaltjes uitgeboord, langs waar de kabels buiten kunnen als de koffer toch dicht is. Mooi.
Het opschrift op de audiofilter (de BBC-Marconi equaliser unit) bevat een belangrijke informatie, met name het Britse octrooi : nummer 506668. Die kan men via het internet (espacenet.com) raadplegen. Bekijken we de tekening van het octrooi even nader.
Het stelt de doorsnede van de volledige microfoon voor. Bovenaan in de “kooi” bevindt zich de bandmicrofoon. Voor nadere uitleg over de werking van de bandmicrofoon zie het artikel over de RCA 44. Een licht aluminium bandje is opgehangen tussen de polen van een hoefijzermagneet. Rechts zien we de beugel die tegen het aangezicht moet gehouden worden, van daar komt dus het geluid. Het bandje zelf is “13”, de gesloten kant van de hoefijzermagneet is naar de spreker gericht. Hij vormt zo een barrière tegen luchtverplaatsingen bij explosieve klanken, bandjes zijn daarvoor zeer gevoelig. Het geluid moet langs de boven- en zijkanten tot het bandje doordringen. Daartoe zijn er D-vormige openingen voorzien in de benen van de hoefijzermagneet. Om geen trillingen en andere contactgeluiden door te geven, is het geheel in de kooi opgehangen aan stalen veren “2” die met vilt gedempt worden.
De voorkant met de beugel kan gemakkelijk verwijderd worden (zie verder) om te reinigen (denk aan speeksel enz.)
We weten van het artikel over de RCA 44 dat een bandmicrofoon een zeer lage uitgangsspanning heeft en dat een transformator nodig is om deze spanning te verhogen. Hier is deze trafo op een zeer originele plaats ondergebracht, namelijk in het handvat : element “7”. Bij een bandmicrofoon worden de lage frequenties versterkt voor nabijgelegen geluidsbronnen : het nabijheidseffect. Door het principe van de lipmicrofoon is de afstand van het gevoelige bandje en de mond van de spreker constant, en dus de versterking van de lage frequenties ook. De trafo in het handvat van zijn kant is zodanig ontworpen dat hij de deze frequenties in evenredigheid verzwakt, zodat de totale frequentiekarakteristiek vlak is, en de weergave dus natuurgetrouw.
Als we de voorkant van onze microfoon verwijderen, kunnen we nagaan hoe het in werkelijkheid er uit ziet.
We zien de gebogen voorzijde van de hoefijzermagneet. Daarboven lopen de witte elektrische aansluitdraden. Onder en boven in V telkens twee ophangveren. De achterste zijn onzichtbaar op de foto. Aan de buitenzijde bovenaan (links op de foto) bevindt zich een verschuifbare, ronde pastille. Onderaan de kooi is er net zo een. Die hebben op het eerste gezicht geen functie. Tot men de microfoon in de koffer opbergt : als de microfoon op de juiste plaats zit, duwen twee houders de pastilles naar achteren. Daarbij blokkeren ze de hoefijzermagneet op een vaste positie, zodat hij niet kan trillen en eventueel beschadigd worden bij transport. Ik had toch gezegd dat aan alles gedacht was?
De microfoon werd in de loop der jaren verbeterd; in 1952 werd de “mondbeugel” vervangen door de beugel tussen neus en bovenlip, waarschijnlijk was dat minder storend voor de gebruiker. In die versie komt hij het meeste voor. Het is ongelofelijk, maar hij is nog altijd verkrijgbaar. Hij wordt nu gebouwd door de firma Coles, als de Coles type 4104Commentators’ Microphone.
Zie http://www.coleselectroacoustics.com/microphones/4104-commentators-microphone
________________________________________________________________