De eerste jinglepc
Pionieren met radiojingles
In het depot van het Omroepmuseum staat een van de eerste jingle-pc’s van de radio. Op het eerste gezicht niks spectaculairs: een pc-scherm en wat randapparatuur. Maar de software is in het begin van de jaren ’90 in de VRT ontwikkeld en was destijds absoluut uniek. Alles werkt ook nu nog prima. Systeemingenieur Wim Vanherp is er terecht trots op.
De studiopraktijk als inspiratiebron.
Wim kwam in 1993 als geluidstechnicus van de muziekdienst opnieuw naar de radiostudio’s. Daar was al een eenvoudige jinglecomputer in gebruik, waarmee 10 jingles op 1 scherm werden getoond en 1 jingle per keer gestart kon worden. Projectingenieur Paul Piens had die allereerste versie geschreven bij de start van Donna (1989). Als man van de praktijk begon Wim na te denken over een meer gesofisticeerde toepassing. De programmamakers vroegen niet liever.
Wim Vanherp: Mijn oude liefde voor programmeren kwam weer naar boven en ik kocht zelf een licentie van c++ borland om die veelbesproken computertaal te leren. Met een primitieve simulatie trok ik naar Paul Piens. Ik sta er nu nog altijd versteld van dat ik de kans kreeg om dat voorstel uit te werken.
Ik had een aantal ideeën in mijn hoofd over hoe er met jingles kon gewerkt worden en besloot om de lat maar meteen redelijk hoog te leggen. Dit waren mijn concrete doelstellingen:
- De nieuwslezer moest de nieuwsbulletins mét hoofdjingle, breaks, bedjes, tussenjingles, eindjingle op een heel eenvoudige manier foutloos kunnen presenteren.
- Het einde van een programma ‘poepsimpel’ maken. Toen was het immers nog de gewoonte om een eindtune tegen het tijdsein op het uur te laten uitkomen. Die jingle moest op de achtergrond precies op tijd gestart worden om dan langzaam ingefaden te worden onder de laatste afkondiging van de presentator. Bovendien kon er ook altijd nog verkeersinfo komen met weer een eigen jingle.
- Het jinglecircus bij studio Brussel mogelijk maken, anders gezegd een mix van 3 of 4 jingles over elkaar realiseren zonder de technicus helemaal gek te maken.
- De workflow vereenvoudigen door bepaalde scènes vooraf klaar te zetten. Een voorbeeld: 1 jingle start en op het einde start automatisch de volgende jingle in een lus, ondertussen staat er een derde jingle klaar die een aantal keren kan gespeeld worden over de vorige jingle en dan kan een vierde jingle alle huidige lopende jingles stoppen.
- De speler moest 4 kanalen kunnen weergeven op 1 uitgang naar de mengtafel waarvan er 1 kanaal stil moest kunnen lopen.
- Er moest een opnamemodule komen en alle jingles moesten op een netwerk kunnen opgeslagen worden.
-De bediening in de studio moest heel eenvoudig zijn en mocht enkel bestaan uit een klaviertje met een twintigtal toetsen. Geen muis! En zeker geen handleiding die presentatoren en technici moesten instuderen.
Keuze van de programmeertaal
Wim Vanherp: Om dit alles te programmeren koos ik voor C++ onder DOS. Waarom? Omdat ik gewoon gecharmeerd was door het cryptische c++ taaltje. Wat een schoonheid straalt er toch uit van “ char *strcpy ( char *dest, const char **src )”. De toenmalige Windows 3.x-versie vond ik een gruwel.
Het programmaverloop in DOS kan je best beschrijven als een grote lus waarbij duizenden taken na elkaar worden uitgevoerd. Om alle taken na elkaar te laten lopen en toch op elkaar te laten inspelen, kon iedere taak een aantal vlaggen zetten die door een volgende taak moesten worden geïnterpreteerd. Ook waren er tientallen tellers die door elk van die taken werden opgeteld, afgeteld of gereset. Het klinkt misschien wat ingewikkeld voor een leek, daarom een vereenvoudigd voorbeeld uit een flow. Het manueel stoppen van een jingle doet de lopende jingle uitfaden, zal ondertussen de kleur van deze jingle laten knipperen tussen rood en groen en intussen zal de volgende jingle in de pagina klaarstaan want zo hadden we dit ingesteld voor deze scene.
Wanneer je vandaag een programma schrijft in Windows, worden een heleboel van die taken uitgevoerd door routines die al in het systeem zitten. Destijds moest ieder onderdeel voor een groot stuk zelf geschreven worden.
Eindigen in schoonheid.
Het meest succesvolle onderdeel was ongetwijfeld de workflow aan het einde van een programma. De eindtune werd geselecteerd en je koos de tijd wanneer deze jingle moest stoppen. Standaard vertrok deze jingle dan in mute en begon de afteller te lopen op het berekende startmoment. In werkelijkheid liep deze jingle helemaal niet zodat alle kanalen van de jinglespeler nog vrij waren. Onder de laatste afkondiging en na een eventuele verkeersjingle kon dan de fader op de mengtafel dichtgezet worden, de jingle werd uit mute gezet met 1 toets (in werkelijkheid startte die nu ergens middenin) en de jingle kon langzaam ingefaden worden. Nu lijkt dit zo simpel maar ook latere productiesystemen waren niet in staat om dit te doen.
Een succesverhaal.
In 1995 is de eerste versie van dit programma bij Studio Brussel in gebruik genomen. Korte tijd later volgde Radio 2. Intussen hebben de radionetten nieuwere jingle-software, maar tot begin 2015 – 20 jaar later dus! – werd diezelfde jinglecomputer nog gebruikt voor de regionale uitzendingen van Radio 2. Van een succes gesproken!
Wim Vanherp: Het speelde in mijn voordeel dat ik de workflows goed kende en ze kon herleiden tot eenvoudige stappen. En van meet af aan hield ik rekening met de steeds grotere eisen van de programmamakers. Zonder heksentoeren uit te halen kon ik nieuwe elementen implementeren. Bovendien was ik nogal fanatiek met dit project bezig. En dat Paul Piens mij al zijn vertrouwen gaf, was ook een belangrijke steun.
Wim Vanherp (juni 2015)
Een piepkleine demo :