Bondige geschiedenis van de radio in Vlaanderen
De voorgeschiedenis van de radio gaat terug tot het einde van de negentiende eeuw, toen de Italiaanse ingenieur Marconi erin slaagde om signalen over een grote afstand draadloos door te seinen. Het is niet voor niks dat de grootste radiostudio aan de Reyerslaan tot de dag van vandaag de naam Marconi draagt, als eerbetoon aan diens baanbrekend werk.
Zijn uitvinding vond meteen een enorme weerklank, ook bij ons. Ze opende immers heel wat perspectieven, zeker als men in plaats van morsetekens ook woord en muziek draadloos zou kunnen uitzenden en ontvangen. Op 28 maart 1914 zendt een proefzender in de koninklijke tuin van Laken voor het eerst een paleisconcert uit. Het concert krijgt een wekelijks vervolg, tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Alles wel beschouwd, waren dit de eerste reguliere radio-uitzendingen in heel de wereld. Na de oorlog, in de jaren twintig, wordt radio snel populair en overal in het land duiken er radiostations op en ontstaan er, vaak politiek gekleurde, omroepverenigingen.
In 1930 stelt de overheid orde op zaken en op 1 februari 1931 start het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep, het NIR, met een nationaal radioprogramma. De bestaande omroepverenigingen mogen een deel van de zendtijd vullen. Een aantal van deze vaak lokale omroepverenigingen vormen trouwens na de Tweede Wereldoorlog ook de basis voor de regionale omroepen, nu Radio 2. Ook de ondertussen zo goed als ter ziele gegane wereldomroep ontstond na WOII.
Het medium ontwikkelde zich zo snel dat een modern omroepgebouw noodzakelijk werd. Eind 1933 werd er een wedstrijd uitgeschreven, die gewonnen werd door de Belgische architect Joseph Diongre. Als site werd het Eugène Flageyplein in Elsene gekozen. Het ontwerp combineert architecturale vernieuwing met de strengste eisen op akoestisch en technisch vlak, met grote aandacht voor de afwerking van het speciaal ontworpen meubilair. Tussen 1935 en 1938 kreeg de moderne “geluidsfabriek”, gemeenzaam bekend als “Flagey”, gestalte in de vorm van een statige pakketboot, een verbluffend concept dat als een van de eerste omroepgebouwen wereldwijd werd geprezen voor zijn schoonheid, functionaliteit en akoestiek.
In 1960 wordt het NIR omgevormd tot de Belgische Radio en Televisie. Naast BRT 1, de gewestelijke BRT2 en de Wereldomroep komt er ook een “Derde Programma” bij, geïnspireerd door het “Third Programme” van de BBC, de voorloper van Klara.
In de jaren zeventig kent Vlaanderen een explosie van het radiolandschap, doordat de wetgever voortaan de oprichting van onafhankelijke lokale radio’s mogelijk maakt. Ook in de jaren zestig al stond de omroep onder druk van allerlei “vrije radio’s” die uitzonden vanop een schip buiten de territoriale wateren van België of Nederland. De druk werd zo groot dat er iets moest gebeuren om vooral het jonge publiek niet te verliezen. Op 1 april 1983 ging Studio Brussel voor het eerst de ether in, op 28 maart 1992 volgde de oprichting van radio Donna, later omgevormd tot MNM. Onder druk van de opkomst van hele ketens van lokale radio’s die eigenlijk één station vormden, zoals radio Contact, opende de wetgever ook de poort voor commerciële radiostations. Zo kwamen in 2002 Q-music en 4FM (later Joe FM) het landschap vervolledigen.